Lindebloesem - Biologisch
- Nederlandse naam: Lindebloesem (Tilia flos)
- Andere namen: Linje
- Botanische naam: Tilia cordata (Winterlinde)
- Herkomst: Bosnië / Herzegowina
- Plantdeel: Bloem en schutblad
Lindebloesem – Tilia cordata (Winterlinde)
De winterlinde is in heel Europa inheems. Ze worden vaak gevonden op kalksteenrijke grond. De bladverliezende boom kan een hoogte bereiken van ongeveer 30 meter en een breedte van ongeveer 20 meter.
De Linde is een boom die je als solitair vaak op een prominente plek ziet in een dorp of stad, aangeplant op een bijzondere dag. Ook zie je de Linde veel op binnenplaatsen bij kastelen en in de buurt van een boerderij. De Linde staat symbolisch voor beschermingen en verbondenheid van de gemeenschap.
Minder algemene betekenissen zijn: Rust, trouw en liefde, vrouwelijke gratie en schoonheid.
Moederlijke Linde
De lindeboom wordt bewoond door het zoete lindewezen die ervoor zorgt dat de bloemen verleidelijk geuren en zo de minnelust van geliefden stimuleren. Het is ook een moederlijke boom, want zij voedt met haar nectar vele insecten, vooral bijen. De oude Romeinen noemden haar ‘bijenweide’.
Het is een zachte lieve boom, met lichtgroen, hartvormig blad.
De naam linde zou zijn afgeleid van het gebruik van de bast (linda = bindsel), maar ook van wikkelen, draaien, winden. Dat is toepasselijk, want de Enareërs, Scytiaanse man-vrouwen, konden voorspellen door de bast in drieën te splijten en om hun vinger te winden. Bij het afwikkelen waren zij in staat om voorspellingen uit te spreken.
Linden zijn wijze bomen. Zij kunnen meer dan 1000 jaar oud worden en slaan in hun lindezielen op wat om hen heen gebeurt. Zo kunnen zij aan mensen die daar open voor staan advies geven.
Het lindeblad is het symbool van de vrije grondbezitter in de Middeleeuwen en de pelgrims. In Midden-Europa was de linde de boom van de onsterfelijkheid. In Estland en Litouwen offerden vrouwen altijd onder linden, terwijl mannen dit onder eiken deden.
In Zuid-Duitsland en Tirol (Oostenrijk) waren linden door dwergen en draken bewoond. In Zweden worden linden nog steeds beschermd omdat daarin goede huisgeesten wonen.
Bij de Germanen was de linde gewijd aan Freya, Godin van liefde, gerechtigheid, huiselijk geluk en vruchtbaarheid.
Zij werd vaak in het centrum van dorpen en voor huizen aangeplant. Als Heilige Boom kon de bliksem haar niet deren en ook de persoon die onder haar bladerdak schuilde, was in zekerheid. Men geloofde ook dat men met lindebladeren, bast en as heksen en tovenaars op een afstand kon houden. Daarom werd de linde in heel Europa een huisboom want zij beschermde de mensen tegen het kwaad.
De linde was bij de Germanen ook de rechts- of dingboom (judicium sub tilia). In haar schaduw werd recht gesproken, werden vonnissen geveld, werd er vergaderd. Onder de linde werd gedanst, gedronken, bemind. Kortom, het was een plek
voor vrolijkheid en ontspanning. Later veranderde de Freyalinde in de Marialinde.
Één keer heeft een lindeblad een moord veroorzaakt, namelijk in de Nibelungensage. De held Siegfried baadde in het bloed van de draak, die hij verslagen had, om onkwetsbaar te worden. Toen dwarrelde een lindeblad naar beneden en kwam op zijn rechter schouderblad terecht, waardoor hij een kwetsbaar plekje overhield. Hij zelf had het niet in de gaten. Wel zijn rivaal, Hagen van Tronje. Die misbruikte zijn kennis en doorboorde Siegfried met zijn speer.
In de Griekse mythologie werd verhaald over Philyra (Grieks voor linde) die een centaur (half mens, half paard) baarde nadat zij met haar neef Kronos, in de gestalte van een hengst, de liefde bedreven had. Vol van schaamte smeekte zij haar vader, een Titaan, om haar in een linde te veranderen, wat gebeurde. In haar gedaante als linde zorgde zij ervoor dat haar zoon, Cheiron, de geheimen van planten en hun geneeskrachten leerde kennen.
Een ander verhaal uit de Griekse mythologie gaat over een ouder echtpaar, Philemon en Baucis. Zij hielden van elkaar tot op hoge leeftijd. Op een dag stonden twee reizigers, die door iedereen in het dorp afgewezen waren, voor de deur van hun hut. De twee nodigden hen uit om binnen te komen en bereiden een maaltijd voor hen. Zij konden niet zien dat het om de goden Jupiter en Mercurius ging. Deze besloten om Philemon en Baucis voor hun gastvrijheid te belonen. Zij klommen met hen naar de top van een heuvel in de buurt. Boven aangekomen, stelden de oude mensen vast, dat een meer de huizen van hun ongastvrije buren verslonden had en dat hun eigen hut in een prachtige tempel veranderd was. Mercurius vroeg naar hun wensen. Zij antwoorden: ‘Wij willen priesters zijn in deze nieuwe tempel en hem beschermen. Nooit willen wij het graf van de ander aanschouwen." Hun wens werd vervuld. Toen hun leven ten einde ging, veranderden hun lichamen in bomen. Philemon werd een Eik, de boom van oppergod Zeus, en Baucis een Linde, een geneeskrachtige boom. Hun twijgen vlochten zich in elkaar.
Het verhaal over een Linde die ook in de winter groen bleef, komt uit de buurt van de Poolse stad Rastenburg. Een ter dood veroordeelde sneed een Mariabeeld van lindehout. De rechter zag dit als een teken van God en liet hem vrij. De man zette het beeldje tussen de takken van een linde, die sindsdien haar bladeren ook tijdens de winter hield.
Geneeskrachtige werking
Bloemen, blad en bast zijn geneeskrachtig, het hout zeer geschikt voor houtsnijwerk. De twee inheemse soorten linden - winterlinde en zomerlinde - worden beiden al van oudsher als geneeskrachtig middel gebruikt. De gedroogde bloemen (Tiliae flos) versterken de weerstand en zijn heilzaam bij koorts.
Thee
Voor het maken van bijvoorbeeld thee wordt de gehele bloem met het bijbehorende schutblad gebruikt. De oogst vindt plaats tot vijf dagen na de bloei en idealiter op een droge ochtend. De gedroogde lindebloemen zijn gelig tot groenachtig, de geïnfundeerde thee heeft echter een diep goudrode kleur.